De restauratie
Een werk van lange adem
De Sint-Niklaaskerk heeft een lange geschiedenis van bouwen en verbouwen. Sinds 1936 ijvert de vereniging Vrienden van de Sint-Niklaaskerk mee voor de verdere restauratie van de kerk en haar erfgoed.
16de eeuw
Na 3 eeuwen bouwen en verbouwen werd de Sint -Niklaaskerk in de 15de eeuw eindelijk voltooid. Toch bleken er al in de 16de eeuw herstellingen nodig om enkele structurele problemen aan het gebouw te verhelpen.
In diezelfde periode brak de godsdienstoorlog uit. Calvinisten wilden niets weten van de verering van beelden en trokken daarom naar kerken, kapellen, abdijen, kloosters … om er alles te verwoesten. In 1566 sloeg ook in Gent het noodlot toe en werden de kerken leeggeroofd. De Sint-Niklaaskerk was nog maar net hersteld, maar werd niet langer als kerk gebruikt. In 1580 kreeg ze de functie van paardenstal!
Gelukkig keerde de rust terug naar de Gentse binnenstad en werd de Sint-Niklaaskerk opnieuw gewijd en gebruikt als kerk. Eerst werden heel wat herstellingen uitgevoerd: het zwaar beschadigde koor werd gerestaureerd, vensteropeningen werden dichtgemetseld om de stabiliteit van het gebouw te verzekeren en ook de torens, daken en gewelven werden onder handen genomen.
Foto: De Beeldenstorm (1566) © M. Boone, Gent: stad van alle tijden, 2010
17de eeuw
In de 17de eeuw werd er heel wat gebouwd en verbouwd. In 1630 werd een nieuwe sacristie gebouwd en in 1640 werden vijf woonhuizen tegen de noordzijde van de kerk opgetrokken. Tijdens een storm scheurde de torenspits in 1673. Hij werd afgebroken en vervangen door het stompe dak van vandaag. De lantaarntoren werd eerder al halverwege gesloten met een kruisgewelf. Zo vielen er niet langer stenen of glas naar beneden bij stormweer. Ook de gewelven werden herbouwd en het opstijgend vocht werd aangepakt door het vloerpeil te verhogen.
Dankzij pastoor Roger Nottingham (1656-1691) werd de Sint-Niklaaskerk aangepast naar de barokstijl. Op zijn initiatief werden het kerkmeubilair en het westportaal aangepast met krulmotieven, guirlandes, toortsen, obelisken, balusters en gebroken frontons die je vandaag nog steeds ziet in de kerk!
Foto: De Sint-Niklaaskerk door Vermeersch en Fourmois (1838) © Stad Gent, De Zwarte Doos, Atlas Goetghebuer, Lade 82, nr. 5a, Sint-Niklaaskerk
18DE EEUW
De 18de eeuw was een periode van welstand. Rijk geworden handelaars bouwden of restaureerden hun eigen burgerlijke gebouwen, de kerk kwam op de tweede plaats.
Onder Keizer Jozef II werd de kerk verzwakt. Voortaan moest die ten dienste staan van de Staat. Later vielen de Fransen binnen waarmee de hoop op beterschap verloren ging: de totale aftakeling van de kerk werd ingezet. Tekenen van devotie werden verboden en alle bezittingen van de kerk werden in beslag genomen.
Ondanks de woelige tijden werden er toch enkele herstellings- en verbouwingswerken doorgevoerd aan de Sint-Niklaaskerk. Het kerkgebouw was er in die periode slecht aan toe, de herstellingen waren dus een noodzakelijk kwaad.
19DE EEUW
De 19de-eeuwse romantiek wakkerde de interesse voor historische gebouwen aan, ook voor de Sint-Niklaaskerk. Toch verkeerde het kerkgebouw in bijzonder slechte toestand. Bepaalde bouwdelen moesten verwijderd worden om de toevallige voetganger te beveiligen tegen vallende stenen!
Eind 19de- begin 20ste eeuw wilden ambitieuze burgemeesters van Gent een grootstad maken. De stadskern werd gesaneerd en gemoderniseerd, de historische gebouwen werden in de kijker gezet. Zo werden de Cataloniëstraat, de Korenmarkt, de Korte Ridderstraat, het Gouden Leeuwplein en Klein Turkije rond de eeuwwisseling uitgebouwd en werden huizen rondom de kerk onteigend. Samen met de werken werd ook de Sint-Niklaaskerk zelf ontmanteld.
20ste EEUW
In 1908 werd een nieuwe sacristie opgetrokken en een restauratievoorstel van Geirnaert, architect van de kerkfabriek, en stadsarchitect Charles Van R
ysselberghe goed onthaald. Maar tegen de Wereldtentoonstelling van 1913 waren de werken nog niet ver opgeschoten. De daaropvolgende Wereldoorlog zorgde voor een algemene immobilisatie voor de volgende 20 jaar.
Pas in 1936 kwam er een doorbraak in de restauratiegeschiedenis van de kerk.
De vzw Vrienden van de Sint-Niklaaskerk zag het levenslicht en stelde een totaalrestauratie als doel voorop. Ten gevolge van de grote oorlogsperikelen werd de Sint-Niklaaskerk samen met andere topmonumenten in 1936 beschermd en vanaf 1939 startte de Gentse aannemer Bruxelman verdere restauratiewerken die tijdens Wereldoorlog II verder liepen. Voor de constructiewerken konden starten werd een grondige archeologische studie opgemaakt door prof. dr. Firmin de Smidt. Prof. ir. Felix Riessauw stond in voor het stabiliteitsonderzoek.
Tussen 1963 en 1986 werden onder leiding van architect Adrien Bressers de stabilisatie, consolidatie en restauratie van de vieringtoren, het transept en het koor doorgevoerd. Met het kerkschip startte men in 1988. Het zijn ellenlange herstelperiodes die om budgettaire redenen in deelcampagnes werden onderverdeeld.
Tijdens de lange restauratie veranderde de visie op de manier van restaureren. Bij de aanvang van de werken was men ervan overtuigd dat de natuurlijke materialen naakt gelaten moesten worden. Nochtans is de natuursteen nooit zichtbaar geweest in de kerk, die opgesmukt werd met weelderige patronen en felle kleuren zoals oker, wit, rood, blauw en zelfs zwart.
Pas vanaf de jaren 1990 werd een ‘zachte’ restauratievisie nagestreefd (in het verlengde van het Charter van Venetië uit 1964).
Foto: De ‘harde’ restauratiepraktijk © Jan De Block, 2009
21STE EEUW
In de Sint-Niklaaskerk is de overgang van de ene naar de andere restauratievisie perfect zichtbaar. Vroeger wilde men alle bouwsporen blootleggen en blijvend zichtbaar maken. Vandaag worden beredeneerde keuzes gemaakt en is de aanpak zachter.
Momenteel wordt de restauratie van het schip afgerond. In de toekomst wordt de zuidelijke zijbeuk en het westportaal gerestaureerd, naast de reconstructie van het doksaal. Verder gaat er veel aandacht naar de meubelrestauratie en de restauratie van het Cavaillé-Coll orgel, een echte uitdaging!
Tegenwoordig pleit men voor een preventieve erfgoedzorg: het meubilair goed onderhouden en investeren in goede omgevingskwaliteiten. Zo blijft dit erfgoed zonder zware restauraties in een goede staat!
Foto: De ‘zachte’ restauratie in het schip © Jan De Block, 2010
MEER WETEN?
Wil je graag meer weten over de restauratie van de kerk? Hieronder kan je een pdfdocument downloaden met een uitgebreidere versie van bovenstaande teksten
DOE EEN GIFT
Naast de restauratie zet de vzw zich in voor de socio-culturele ontsluiting bij een breed publiek. Via de Koning Boudewijnstichting zamelt de vzw geld in om die ontsluiting mogelijk te maken. Je kan dit project steunen door een gift te doen. Lees meer over hoe dit in zijn werk gaat!