De kerk

screen-shot-2016-10-04-at-21-10-07
screen-shot-2016-10-04-at-21-10-07

De Sint-Niklaaskerk ademt geschiedenis! Weet jij waarom de patroonheilige van deze Sint-Niklaas is? Ken je de legenden achter deze heilige? Heb je het bijzondere Cavaillé-Coll orgel van de kerk reeds ontdekt? Lees hier meer over de erfgoedparels van deze kerk, of ontdek ze zelf via  de virtuele rondleiding!

VIRTUELE RONDLEIDING

Sint-Niklaas

heilige-snk

Niet toevallig werd Sint-Niklaas als patroonheilige gekozen voor deze parochiekerk. De rijke handelaren rond de middeleeuwse Gras- en Korenlei hadden de bouw van de kerk gefinancierd en kozen daarom de beschermheilige van de kooplieden en schutspatroon van de zeelieden, schippers en bakkers: Sint-Nicolaas van Myra.
Historische feiten zijn er niet, maar Sint-Niklaas zou in de eerste helft van de 4de eeuw bisschop van Myra zijn geweest, een kuststad in Klein-Azië. Hij was bijzonder geliefd en om te vermijden dat zijn stoffelijke resten bij de kruistochten geroofd zouden worden, brachten zeelui ze rond 1087 in het Zuid-Italiaanse stadje Bari in veiligheid. In die dagen lekte uit zijn graftombe zo’n 7 liter vloeibare substantie, “manna” of “mirre” genoemd, met een sterke geneeskrachtige werking. Dit eerste “wonder” is maar een van de ontelbare legenden. Zo zou een herbergier of slager zijn eigen kinderen omgebracht hebben en als varkensvlees in een pekelton hebben aangeboden. De Sint bracht hen opnieuw tot leven en wordt sindsdien beschouwd als de grote kindervriend. Hij wordt daarom vaak voorgesteld met een kuip en drie kinderen. Een ander verhaal gaat over een schipper die in een droom drie goudstukken van de Heilige kreeg om een lading graan naar het uitgehongerde Myra te voeren. Toen de man bij het ontwaken de goudstukken in zijn hand vond, gaf hij meteen gevolg aan de droomwens. Daarom wordt Sint Nicolaas vaak afgebeeld met drie gouden bollen en krijgen de kinderen van Sinterklaas gouden chocolademuntjes.

Foto: Beeld van de Heilige Nicolaas © Dries De Block, 2013

 

De geSCHIEDENIS

bouwgeschiedenis-snkAan het einde van de 11de eeuw werd de Sint-Niklaasparochie opgericht. Eerder behoorde dit stadsdeel tot de Sint-Jansparochie gevestigd, waar de Sint-Janskerk (nu de Sint-Baafskathedraal) een centrale plaats innam. Achter die Sint-Janskerk lag de eerste haven van Gent. Door de grote bloei van de wol- en lakenhandel, werden de havenactiviteiten in de middeleeuwen uitgebreid naar een tweede haven in de stad: aan de Gras- en Korenlei.

Er kwamen steeds meer mensen in de buurt van de havens wonen. Door de nieuwkomers groeide de Sint-Jansparochie snel en werd ze opgesplitst. Zo ontstonden de huidige Sint-Niklaasparochie en de wat verder gelegen Sint-Jacobsparochie. De Sint-Niklaasparochie had een goede ligging dicht bij de Korenmarkt, de Leiehaven en de belangrijkste wegen.
In de middeleeuwen konden de lokale handelaars rekenen op een speciaal voorrecht dat hen een fikse winst opleverde: de graanstapel. Dit voorrecht verplichtte elke graanschipper die Gent doorkruiste om een vierde van zijn lading in de stad achter te laten. Dit deel werd via de handelaars op de Korenmarkt verkocht die hiermee groot geld verdienden en zo de bouw van de nieuwe eigen Sint-Niklaaskerk konden betalen.
De eerste kerk die op de plaats van de huidige kerk stond, dateert uit de 12de eeuw. Het was een eenvoudige driebeukige kruiskerk in Romaanse stijl, waarvan nog sporen werden teruggevonden tijdens opgravingen. Deze ‘eerste Sint-Niklaaskerk’ werd door de vele kerkgangers al snel te klein en gauw afgebroken om een grotere kerk te bouwen: de huidige Sint-Niklaaskerk.
Aan het begin van de 13de eeuw startte men met het bouwen van de nieuwe kerk. Ze werd in verschillende fases opgetrokken: eerst werd het schip gebouwd in een vroeggotische stijl, dan de dwarsbeuk, de vieringtoren en het koor in de bouwstijl van de Scheldegotiek. Terwijl Gent uitgroeide tot een van dé middeleeuwse steden, kreeg de Sint-Niklaaskerk vanaf de 13de e
euw de extra functie van belfort.
Aan het begin van de 1bouwgeschiedenis-2-snk4de eeuw was de kerk af. Maar door het groeiend inwonersaantal drong vernieuwing zich opnieuw op. De kerk was te klein en moest de Gentse grandeur weerspiegelen. Bovendien kon ze ook op technisch vlak verbeterd worden. Behalve de ambachtslieden financierden ook de patriciërs en de broederschappen de bouwwerken. Aangezien het om enorme constructies ging, bleef de bouw vaak enkele eeuwen aanslepen. Om die reden zijn ook in de Sint-Niklaaskerk verschillende bouwfases zichtbaar.

Plattegrond van de kerk © Prof. Dr. Firmin de Smidt i.s.m. Arch. Adrien Bressers, 1960

Bouwevolutie van de kerk © Prof. Dr. Firmin de Smidt i.s.m. Arch. Adrien Bressers, 1960

 

Het meubilair

Broederschappen en gilden hebben in de uitbouw van het kunstpatrimonium van de kerk een cruciale rol gespeeld. Men streed onderling voortdurend om het grootste pronkstuk, wat leidde tot gewaagde projecten en prachtige meubelstukken. Daarvoor deed men beroep op goede schrijnwerkers, timmerlieden, beeldhouwers, glazeniers en schilders.

  • Twintialtaren-snkg altaren: De twintig nog resterende altaren werden tussen de 17de en 19de eeuw geconstrueerd. Onder het pastoraat van Roger Nottingham werden het hoofdaltaar en elf zijaltaren vervaardigd. Deze vaak meubels zijn perfecte voorbeelden van de barokstijl, maar ze evolueerden wel doorheen de tijd. Zo werden opeenvolgend diverse heili
    gen vereerd, de kleurstelling aan de laatste modetrends aangepast of figuren uit oude altaren gerecupereerd.
  • Schilderijen van bijzondere meesters: De schilderijen werden doorheen de tijd verschillende keren
    verplaatst. Door de beeldenstorm is het bovendien niet toevallig dat de meeste exemplaren 17de-eeuws zijn of recenter. Zij zijn het product van illustere meesters zoals Nicolaas de Liemacker, Antoon van den Heuvel, Jan van Cleef, Gillis Le Plat, Erasmus Quellin en J.A. Marienhof.
  • Waardevolle glasramen: Jean-Baptiste Capronnier (1814-1891) werd als glazenier in het atelier van zijn vader opgeleid. Hoewel zijn kunde vooral op restauratie berustte, zette hij eveneens eigen projecten op touw. Zo maakte hij tussen 1851 en 1860 twee unieke glasramen voor de kooromgang van de
    Sint-Niklaaskerk. In opdracht van de Vrienden werd in 2004 een nieuw ensemble ingehuldigd: een ontwerp van de Gentse kunstenaar Hendrik Blondeel (1956-1997). Na zijn dood nam Patrick Romain de opdracht over. De glasramen vormen samen een drieluik, verwijzend naar de Heilige Drievuldigheid. Tussen 2006 en 2007 werden ook de glasramen van de noordelijke zijbeuk vervangen. Philippe De Potter van het architectenbureau Bressers stond in voor het ontwerp, Atelier Mestdagh voor de technische ondersteuning en de uitvoering.
  • Obiits of rouwborden: Deze zwarte, ruitvormige schilderijen bevatten het woord “obiit” (hij is gestorven), de geboorte- en sterfdatum, en eventueel het wapenschild van de overledene. Een obiit werd normaliter dicht bij het bijbehorend graf opgehangen. De Sint-Niklaaskerk bevat talrijke exemplaren, waarvan sommige in het koor hangen, maar de meeste gestockeerd zijn. Op lange termijn is het wenselijk dat ze teruggehangen worden in de kerk. Maar eerst is hun restauratie nodig, net als kunsthistorisch en materiaaltechnisch vooronderzoek.
  • Broederschapsborden van het Heilig Sacrament die tot de verbeelding spreken: catalogen zijn broederschapsborden of –lijsten, polychrome houten borden met beeldhouwwerk, waarop de leden van een broederschap vermeld staan. De namen van de leden konden ook op aparte plaatjes toegevoegd worden. Er zijn nog vier broederschapsborden aanwezig.

Foto: Altaar in de kapel van de Drie Koningen (2de helft 17de eeuw) © Dries De Block, 2013

 

Het orgel

orgel-snkSinds kort is het Cavaillé-Coll orgel opnieuw te bezichtigen, hét paradepaardje van de Sint-Niklaaskerk. Dit instrument is in onze contreien zeer uitzonderlijk en staat in de wachtrij om gerestaureerd te worden. Zo zal het orgel in de toekomst de kerk opnieuw vullen met hemelse muziek.

Aristide Cavaillé-Coll werd in 1811 in Montpellier geboren als telg van een belangrijke familie orgelbouwers. Hij verkreeg verschillende onderscheidingen voor zijn werk en behoorde met zijn meer dan 700 orgels tot één van de beroemdste 19de-eeuwse orgelbouwers. Hij leverde instrumenten voor de belangrijkste kerken en kathedralen in Frankrijk, maar ook internationaal kende hij veel faam. Met het ontwerp van het orgel voor de Sint-Niklaaskerk hoopte Cavaillé-Coll in België door te breken.

In de periode van de bouw van het orgel en het doksaal was de Sint-Niklaaskerk zelf in een vergevorderde staat van verval. Noodzakelijke herstellingswerken werden op de lange baan geschoven en zouden pas laat in de 20ste eeuw opgestart worden. Gedurende lange tijd prijkte het monumentale doksaal onverzorgd aan de westkant van de kerk, tot men in het begin van de jaren 1980 de toekomst ervan in vraag stelde. Het doksaal was in die tijd verzakt, omdat er zich stabiliteitsproblemen aan de funderingen voordeden. De oplossing was toen niet de afbraak, maar eerder de versteviging van de fundamenten.

Deze visie veranderde, want in 1988 besliste men toch om de sloop te starten. Rond dezelfde tijd werden stalen liggers onder de doksaalvloer geplaatst, om de verdere verzakking van de vloer te verhelpen.

De effecten van de vloerverzakking zijn duidelijk te zien aan de vervorming van de regels en de stijlen van de orgelkast, waardoor de deuren niet meer open of dicht gaan. De pijpsteunen zijn vervormd waardoor de pijpen dreigen om te vallen. Dit vormt een groot gevaar voor de toekomst van het orgel dat op zich nog in goede staat is. Enige schade werd wel berokkend door duiven, natuurlijke veroudering en gebrek aan onderhoud. Dat het instrument niet bespeelbaar is, heeft onder meer te maken met het weghalen van de hoofdvoorbalg op het einde van de jaren ’80. Deze complicaties worden in de toekomst aangepakt.

Samen met de stad spant de vzw zich in voor de restauratie van dit orgel. Maar ook het terug bespeelbaar maken van dit instrument is van groot belang voor zowel de vereniging als alle muziekliefhebbers uit Gent en omstreken!

Foto: Het Cavaillé-Coll orgel © Jan De Block, 2010

 

MEER WETEN?

Wil je graag meer weten over  de bouwgeschiedenis of het erfgoed van de kerk? Hieronder kan je een pdfdocument downloaden met een uitgebreidere versie van bovenstaande teksten.

tekst-historiek-en-erfgoed-snk

 

EEN eigen evenement organiseren in de kerk?

De vereniging Vrienden van de Sint-Niklaaskerk organiseert zelf activiteiten in de kerk, maar stelt de ruimte ook ter beschikking van geïnteresseerden die een eigen activiteit wensen te organiseren. Vanzelfsprekend hou je daarbij rekening met het prachtige erfgoed dat in de kerk aanwezig is.

Wil je van de kerk gebruik maken om zelf een activiteit te organiseren?  Voor je verder gaat met de organisatie van de activiteit, dien je een aanvraag in bij de vereniging Vrienden van de Sint-Niklaaskerk voor het gebruik van de ruimte.

aanvraag activiteit